Glas en Spiegels - Een rijke geschiedenis
Glashistorie Deel 1
5000 v.Chr. - A.D. 100
» De ontdekking van glas
Glas is waarschijnlijk al net zo oud als de aarde zelf. Het kan ontstaan bij hoge temperaturen zoals .... »»
Glashistorie Deel 2
A.D. 100 - Industriële Revolutie
» De Romeinse invloed
De Romeinen hebben er toe bijgedragen dat de kunst van het glasmaken zich over grote gebieden verspreidde. Door hun veroveringen, handelsgeest en wegenbouw, ....»»
Glashistorie Deel 3
Industriële Revolutie - Anno nu
» Van handwerk tot industrie
Pas in een later stadium van de industriële revolutie werd mechanische technologie ontwikkeld en diepgaand wetenschappelijk onderzoek ingezet en toegepast voor de massaproductie van glas....»»
De geschiedenis van spiegels
Spiegels werden reeds lang voor de mens het maken van glas ontdekte gebruikt. Gemaakt van metalen ....»»
Glas een rijke historie DEEL 3
Industriële Revolutie
» Van handwerk tot industriePas in een later stadium van de industriële revolutie werd mechanische technologie ontwikkeld en diepgaand wetenschappelijk onderzoek ingezet en toegepast voor de massaproductie van glas.
De Duitse wetenschapper Otto Schott(1851-1935) vervulde een sleutelrol en mag gezien worden als een van de voorvaders van het onderzoek naar het moderne glas. Hij gebruikte wetenschappelijke methoden om het effect van talloze chemische elementen op de optische en thermische eigenschappen van glas te bestuderen.
Op het gebied van optisch glas, vormde Schott een team met Ernst Abbe (1840-1905), een professor aan de Universiteit van Jena en tevens mede-eigenaar van de Carl Zeiss fabriek. Samen ontwikkelden zij zeer belangrijke technologiëen.
Eind 19e eeuw
Een ander persoon die een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de massaproductie van glas was, Friedrich Siemens. Hij ontwikkelde de kuip- of bekkenoven, die het mogelijk maakte om snel en in grote hoeveelheden glas te produceren. De tot dan gebruikte "potovens" werden al snel vervangen.
1900-1925
» Toenemende automatisering
Aan het einde van de 19e eeuw, deed de Amerikaan Michael Owens (1859-1923) een uitvinding, die het mogelijk maakte om geautomatiseerd flessen uit glas te vervaardigen.
Deze machine kwam pas na de eewwisseling naar Europa. Owens werd financieel gesteund door E.D.L. Libbey, eigenaar van de Libbey Glass Co. in Toledo Ohio. Tegen het jaar 1920, waren er in de Verenigde Staten ca. 200 automatische "Owens Libbey Suction Blow machines" in bedrijf.
In Europa, werden daarnaast kleinere, flexibel inzetbare machines van bedrijven als O'Neill, Miller en Lynch gebruikt.
Een nieuwe stimulans werd aan de geautomatiseerde productie gegeven door de ontwikkeling van de "gob feeder" (vrij vertaald: een "glasklomp voeder"). Deze vinding zorgde ervoor dat er snel klompen glas van een zelfde gewicht aan de machine konden worden afgegeven om flessen van te maken.
Al snel daarna, in 1925, werden IS (individual sections) machines ontwikkeld. In iedere sectie wordt een fles geproduceerd. Gebruikt in samenwerking met de "gob feeders", maakten IS machines het mogelijk om tegelijkertijd meerdere flessen te produceren met één machine. Deze machine, de "gob feeder-IS machine", vormt ook nu nog de basis voor het produceren van glazen flessen.
Moderne Vlakglas technologie
De productie van vlakglas vond nog lang plaats door gesmolten glas op grote vlakke tafels uit te gieten. Dit glas werd platgewalst en na afkoelen, eerst aan de ene en vervolgens aan de andere kant gepolijst.
1901
Al enkele jaren werd getracht glas direkt uit de oven op een band te trekken, om zo een continue stroom vlakglas te kunnen produceren.
Pas in 1901 slaagde de Belg Emile Gobbe hierin door bij het trekken van het glas uit de oven tegelijkertijd van onderaf de glasband omhoog te drukken.
1905-1914
Pas toen in 1905 de Belgische glasfabrikant Emile Fourcault zijn steun aan Gobbe verleende om dit principe verder uit te werken, kon in 1914 de eerste fabriek ter wereld in bedrijf kon worden gesteld. Hier werd voor het eerst uitsluitend mechanisch getrokken vensterglas geproduceerd.
Een continue stroom aan vlakglas, van een zelfde dikte en breedte, kon nu verticaal uit de oven worden getrokken. Dit principe wordt tot op de dag van vandaag nog steeds het "Fourcault systeem" genoemd.
Aan het eind van de Eerst Wereldoorlog ontwikkelde een andere Belgische ingenieur Emil Bicheroux, een proces waarbij gesmolten glas door twee rollers werd gegoten.
Evenals bij het Fourcault principe, zorgde dit voor een glasplaat van gelijke dikte, die het slijp- en polijstproces eenvoudiger en economischer maakte.
1910
Een zijtak in de ontwikkeling van vlakglas was het zoeken naar mogelijkheden om het glas sterker te maken door een laminaat toe te voegen. Hierbij wordt een folie tussen twee glasplaten geplaatst. Dit proces van lamineren werd uitgevonden en verder ontwikkeld door de Franse wetenschapper Edouard Benedictus. Hij patenteerde zijn nieuwe "veiligheids-" glas onder de naam "Triplex" in 1910. Deze vorm van vlakglas wordt ook wel "laminaat" genoemd.
Aan het begin van de twintigste eeuw, ergens tussen 1910 en 1925 werd in Maassluis de eerste Nederlandse vensterglas fabriek "De Maas" gebouwd. Men maakte gebruik van een kuipoven en produceerde vlakglas volgens het Fourcault-systeem.
1917
In Amerika, ontwikkelde Colburn een andere methode om glasplaten te "trekken". Dit proces werd met steun van de Amerikaanse firma Libbey-Owens verfijnd en voor het eerst in 1917 gebruikt in een productie proces.
1928
Het Pittsburgh proces, ontwikkeld door de Amerikaan Pennvernon in samenwerking met de Pittsburgh Plate Glass Company (PPG), combineerde en verfijnde de principes van het Fourcault en Libbey-Owens proces en wordt toegepast sinds 1928.
1959
Het "float" proces dat werd geïntroduceerd in 1959, werd ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog door de Engelse firma Pilkington Brothers Ltd. Het glas kreeg hierdoor een brilliante afwerking, met zeer goede optische kwaliteiten.
Gesmolten glas wordt op een laag vloeibaar tin gegoten, waardoor het gelijkmatig uitvloeit, waarna het horizontaal als een eindeloos lint van glas op een baan wordt getrokken om verder te worden verwerkt.
1959 .. anno heden
Glas is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse samenleving. De huidige productietechnieken en verworven kennis stelt ons in staat een glas te produceren met een lichtdoorlatendheid van 90% en meer.
Met moderne technologie en voortdurend wetenschappelijk onderzoek wordt het glas verfijnd en worden nieuwe toepassingen bedacht.
Computer gestuurde controle systemen, nieuwe coating technieken, micro-electronica en mechanische know-how dragen ertoe bij het glas verder te ontwikkelen en bijvoorbeeld te laten reageren op de omgeving.
Glas gaat een "glansrijke" toekomst tegemoet.
Glashistorie DEEL 1
5000 v.Chr. - A.D. 100
«« De ontdekking van glas
Glashistorie DEEL 2
A.D. 100 - Industriële Revolutie
«« De Romeinse invloed